Skip to main content

De goudzoeker

Iemand uit de serie opmerkelijke kampeerders was zeker ook Fred Hasselman uit den Haag.  Dit figuur uit de grote stad had een speciaal hobby : zoeken naar schatten met een metaaldetector.  Hij was dan ook al zijn vakanties op de velden en in de bossen rondom de camping te vinden met een legerjas, koptelefoon op, detector en schepje in de hand.

En hij vond regelmatig wat, het liefst “muntsches” zoals hij in onvervalst Haags kon zeggen, hij vond ook een gouden ring en, vooral op de camping zelf, heel veel haringen.

Het verhaal van de schat die gevonden werd bij de aanleg van de waterleiding had hem natuurlijk aangesproken en zo besloten we, hem een handje te helpen.  Toevallig was er bij een verstopping van de afvoer van de wasmachines van de wasserette, een handvol kleingeld uit het riool tevoorschijn gekomen, haast onherkenbaar door een laag kalk, die we in een zakje naaiden en voor bij de ingang van de camping in de grond begroeven.

Een paar dagen later vertelden we tussen neus en lippen door, dat in dat stuk land wel zeker wat te vinden zou zijn, omdat het vlak langs de weg lag, waar men kon verwachten dat men vroeger zijn geld kon verliezen. De goudzoeker, zoals we hem noemden, heeft daar ettelijke keren gezocht, maar het grapje mocht niet lukken, hij heeft het zakje nooit gevonden. Het ligt er dus nog steeds, en zal misschien in de verre toekomst een keer als een schat gevonden worden.

Fred was verder wel een patente kerel : Jort, die dat goud zoeken als vijfjarig jochie natuurlijk erg interessant vond, heeft hij wel eens meegenomen en laten zoeken met de detector in de sneeuw, waarbij hij zelf wat muntjes in de grond had verstopt. Jort had de dag van zijn leven.

Ook Fred leeft ondertussen niet meer, maar een gevleugeld antwoord op de zin “Ik vindt dat…” is nog altijd “Wat jij vindt, dat geef je maar aan de goudzoeker !”

 

N.B. : Het zoeken naar artefacten met een metaaldetector is in Luxemburg bij wet verboden en is strafbaar.