Skip to main content

Hoe het allemaal begon

Na de winter 1955/1956 in Grevenmacher aan de Moezel te hebben gewoond, gingen Dirk Visser, Rina Visser-Gedink en hun zonen Robert Gedink, Herbert Visser en Walter Visser in 1956 in Larochette wonen, waar ze een huis gehuurd hadden van de familie Ginter.  Eigenlijk was Dirk Visser op zoek naar een terrein, waar hij zijn beroep – tuinder- kon uitoefenen en waar ze een huis konden bouwen.  Het liefste had hij een terrein waar nog niets was, geen stroom of andere aansluiting en zonder ‘lastige’ buren.

Hij had reeds 1955 het geluk van een zekere Heer HOSS uit Larochette een boomgaard gelegen op het kadastergedeelte ‘Oberst Kengert’ in de gemeente Medernach te kunnen kopen. Hier stonden veel oudere fruitbomen, appels, peren, Quetschen, Mirabellen, noten en een klein tuinhuisje met betonwanden van acht bij acht meter.

Omdat dit geen huisvesting kon zijn voor het gezin, brak hij een houten huisje, dat hij bij kasteel Meysembourg had neergezet op een eerder gekocht en weer verkocht terrein, af en plaatste het aan de rand van het bos op Kengert.  Dit was het latere ‘Bosrand’ huisje.

In het eerste jaar woonde het gezin half op Kengert, half in Larochette.  Robert en Herbert werkten ‘accord’ in de bossen, wat inhoudt dat je een bepaald kubieke meter hout moet omhakken voor een vastgestelde prijs.  Spoedig begonnen ze aan een groter woonhuis, ook weer uit hout, de oudste broer Dick Gedink was ondertussen ook terug van militaire dienst en onder zijn leiding bouwden ze samen het ‘Kengert” huis.

Na de winter 1955/1956 in Grevenmacher aan de Moezel te hebben gewoond, gingen Dirk Visser, Rina Visser-Gedink en hun zonen Robert Gedink, Herbert Visser en Walter Visser in 1956 in Larochette wonen, waar ze een huis gehuurd hadden van de familie Ginter.  Eigenlijk was Dirk Visser op zoek naar een terrein, waar hij zijn beroep – tuinder- kon uitoefenen en waar ze een huis konden bouwen.  Het liefste had hij een terrein waar nog niets was, geen stroom of andere aansluiting en zonder ‘lastige’ buren.

Hij had reeds 1955 het geluk van een zekere Heer HOSS uit Larochette een boomgaard gelegen op het kadastergedeelte ‘Oberst Kengert’ in de gemeente Medernach te kunnen kopen. Hier stonden veel oudere fruitbomen, appels, peren, Quetschen, Mirabellen, noten en een klein tuinhuisje met betonwanden van acht bij acht meter.

Omdat dit geen huisvesting kon zijn voor het gezin, brak hij een houten huisje, dat hij bij kasteel Meysembourg had neergezet op een eerder gekocht en weer verkocht terrein, af en plaatste het aan de rand van het bos op Kengert.  Dit was het latere ‘Bosrand’ huisje.

In het eerste jaar woonde het gezin half op Kengert, half in Larochette.  Robert en Herbert werkten ‘accord’ in de bossen, wat inhoudt dat je een bepaald kubieke meter hout moet omhakken voor een vastgestelde prijs.  Spoedig begonnen ze aan een groter woonhuis, ook weer uit hout, de oudste broer Dick Gedink was ondertussen ook terug van militaire dienst en onder zijn leiding bouwden ze samen het ‘Kengert” huis.