Skip to main content

Aardbeientijd

Vader Dirk Visser, die het terrein op Kengert had gekocht, was van beroep tuinder. Het was dan ook de bedoeling, hier verschillende gewassen aan te planten en te verkopen. Omdat de grond van een geschikte soort was, werden er aardbeienplanten uit Nederland gehaald, en begon men op grote schaal aardbeien te telen. Deze waren van het soort Red Gountlet, met mooie grote vruchten die al vroeg rijp werden.

De planten werden van onderen beschermd door een laag stro, zodat de vruchten schoon bleven en niet schimmelden. Als de pluktijd begon, dan kwamen uit de omringende dorpen allerlei dames om te helpen, zij financierden daarmee vaak hun eerste wasmachine of televisie.

De aardbeien werden vroeg in de ochtend op diverse markten verkocht, o.a. in de mijnstreek van Luxemburg en ook waren er een aantal hotels klant, waar de aardbeien dezelfde dag nog aan de toeristen werden voorgezet.

Dit liep erg goed, één jaar hadden we zelfs meer opbrengst in kilogram dan de alle tuinders van Steinsel samen, die erom bekend stonden hét “aardbeiendorp” te zijn.

Ook was er na de oogst een handel in afleggers van de planten, die in het hele land verkocht werden.  Middels een advertentie in de krant werd hiervoor reclame gemaakt, en Corrie Gedink, die toen nog maar kort in Luxemburg woonde, moest de telefonische orders opschrijven,  Omdat zij de Luxemburgse dorpsnamen nog niet zo goed kende, had zij steeds het telefoonboek binnen reikwijdte, om de juiste plaatsnaam op te schrijven.  Het zweet brak haar uit, toen ze een bestelling uit het plaatsje Ulflingen had opgeschreven, en dat nergens in het telefoonboek te vinden was.  Gelukkig vertelde Robert haar aan het einde van de werkdag, dat Ulflingen in het frans “Troisvierges” heet, en ook zo in het telefoonboek stond.

 

We hebben dit een aantal jaren volgehouden, maar hoe meer toeristen, hoe minder aardbeien.